14 mei 1940
Dinsdag 14 mei 1940. Opnieuw vluchtten vandaag heel wat inwoners van Kessel-Lo en Vlierbeek voor de naderende vijand. Ze kozen het zekere voor het onzekere, hoewel? Eén ding is wel een feit, ze vertrokken maar net op tijd want in de late namiddag stonden de eerste Duitse soldaten reeds in Kessel-Lo.
Een massale vluchtelingenstroom
De voorbije dagen waren de Duitse landtroepen verder opgerukt richting Leuven, waardoor een massale vluchtelingenstroom van burgers op gang was gekomen.
Te voet, met de fiets, met wagens of met paarden en volgeladen karren, vertrokken de Leuvenaars en de bewoners van Kessel-Lo richting Brussel of zuidwaarts richting Frankrijk. Zeker het centrum van Leuven liep helemaal leeg. Naar schatting dertigduizend van de zevenendertigduizend Leuvenaars sloegen op de vlucht.1
Foto 1: Families op de vlucht voor de naderende vijand in de buurt van Leuven. © Imperial War Museum London.
Foto 2: Moeders met hun kinderen op de vlucht in de buurt van Leuven. Een Britse soldaat voorziet hen van wat melk. © Imperial War Museum London.
Ook in het relatief veiligere Vlierbeek besloten op 14 mei 1940 opnieuw parochianen hun huizen te verlaten. Zo ook de abdijbewoners Jan Joostens en Bertha Dechamps, de uitbaters van het estaminet “In de Abdij”. Samen met hun zoontje Wilfried - Bertha bovendien hoogzwanger - vertrokken ze voor een lange reis via Brussel naar Frankrijk. In "Sloeber en de oorlog" doet Jan zijn verhaal over hun vlucht uit Vlierbeek op deze 14de mei 1940.2
“We zullen hier niet lang meer blijven”, zegde Sloeber toen hij ’s avonds van zijn werk thuis kwam, “ons werkhuis zal verhuizen en we zullen moeten meegaan”.
Er kwamen ’s avonds vermoeide soldaten in Vlierbeek binnen, ze vielen bijna in slaap waar ze stonden, kregen eten en drinken, legden zich op de grond om te rusten: “Het was ginder erg”, zegden ze nog, “we konden er niets tegen doen, ze vielen op en over ons als een vlucht roofvogels”.
Toen de Sloeber de dag erop terugkeerde van zijn werk, wist hij te melden dat er geen trams meer reden. “Morgen voormiddag moeten we in Brussel zijn, we zullen onze velo’s gereed zetten, we nemen mee wat we kunnen. Gij in uwe toestand zult al genoeg hebben om tot ginder te geraken. Ik zal de kleine voor mij op de velo zetten, we zullen ons plan moeten trekken.” ...
Geboeid door het verhaal van Jan Joostens en Bertha Dechamps? Lees dan hier het volledige fragment hoe Jan het destijds neerschreef in één van zijn schriftjes.
Het ongeval met de Latil artillerietrekker op de Brugberg
In het relaas van Jan Joostens van deze 14de mei kon je lezen hoe Jan met zijn gezin die dag uit Vlierbeek wegvluchtte en aan de spoorbrug over de Diestsesteenweg - in de volksmond de “Brugberg” - getuige was van een wrak met de verkoolde lichamen van enkele soldaten.3
Tijdens de nacht van 13 op 14 mei had het commando van het 19de Belgische Artillerie Regiment zich immers – bij hun terugtocht van de Demer/Gete-Stelling - verplaatst van Lubbeek naar Eppegem. Omstreeks 2 u was daarbij een konvooi de helling aan de Brugberg afgereden. De spoorwegbrug aan de Brugberg werd op dat ogenblik bewaakt door een detachement van de A Compagnie van het Britse 2nd Royal Ulster Rifles en de Diestsesteenweg werd op dat punt gedeeltelijk afgesloten door een versperring met landmijnen.4
Eén van de eerste voertuigen van de colonne, een Latil artillerietrekker met een munitiecaisson, reed bij het kruisen van de wegversperring over een klaarliggende mijn. Een verschrikkelijke ontploffing volgde en het voertuig vatte onmiddellijk vuur. In de daarop volgende brand explodeerde de volledige munitielading in de caisson. Enkele jongens konden ontsnappen aan de vlammenzee, maar acht soldaten kwamen op slag om – zeven Belgen en één Brit. De doorgang op de Diestsesteenweg was door dit tragische ongeval volledig onderbroken en de rest van de colonne moest via de Tiensepoort omrijden.5
Foto 1 - Boven: De Latil artillerietrekker na het ongeval op de Brugberg. Het voertuig zou tot augustus 1940 blijven staan. Deze foto werd genomen op 29 mei 1940. ©Foto privécollectie.
Foto 2 - Rechts: De Brugberg te Kessel-Lo onder het puin en de uitgebrande Latil artillerietrekker van het 19de Belgische Artillerie Regiment. ©Foto privécollectie.
Foto 3 - Rechts: Zicht vanaf het kruispunt van de Diestsesteenweg met de Oude Diestsesteenweg (nu de Martelarenlaan). Vooraan zie je een Duitse soldaat. Dit is net na de feiten. Al het puin ligt er nog, en als je goed kijkt zie je de Latil artillerietrekker op de plek van de ontploffing staan. Dit is het beeld dat Jan Joostens en Berha Dechamps op hun vlucht uit Vlierbeek te zien kregen. ©Foto Walter Van Opstal.
Foto 4 - Onder: Het wrak van de uitgebrande Latil artillerietrekker werd bij het ruimen van het puin wat meer richting de brug over de Diestsesteenweg verplaatst en bleef hier nog tot augustus 1940 staan. ©Foto Walter Van Opstal.
De gesneuvelde artilleristen kregen een tijdelijk graf en werden door de Duitse autoriteiten vlak bij de plaats van het ongeval in een tijdelijk massagraf begraven. Getuigen spraken over hun graf aan de “billen”. Waar nu het Brugbergpad is, werd immers in vroegere tijden de Diestsesteenweg afgeboord met spoorbielzen (in het Kessels dialect “billen”). In 1940 waren deze spoorbielzen reeds lang verdwenen, maar in de volksmond had men het dus nog steeds over de “billen”.6
Foto 1: Een voorlopig massagraf aan de Brugberg. Naar alle waarschijnlijkheid werden ook de zeven Belgische jongens hier door de Duitse autoriteiten tijdelijk begraven. © Foto Walter Van Opstal.
Foto 2: De gesneuvelde artilleristen kregen een tijdelijk graf en werden voorlopig vlak bij de plaats van het ongeval aan de Brugberg begraven. Getuigen spraken over hun graf aan de “billen”. Waar nu het Brugbergpad is, werd immers in vroegere tijden de Diestsesteenweg afgeboord met spoorbielzen (in het Kessels dialect “billen”). In 1940 waren deze spoorbielzen reeds lang verdwenen, maar in de volksmond had men het dus nog steeds over de “billen”. © Foto Heemkundige Kring Vlierbeek vzw.
In de weken en maanden na de 18-daagse veldtocht leidde Joseph Kreps - benedictijnenmonnik bij de Abdij van Keizersberg - de speurtocht naar oorlogsslachtoffers in en rondom Leuven. Op 26 juni 1940 vond hij het massagraf van de zeven jongens van het ongeluk met de Latil artillerietrekker terug. Zijn opmerkingen betreffende de lichamelijke resten van de jongens kan je hieronder lezen op hun individuele fiches van de voormalige Dienst Oorlogsgraven.
De Brit John Henry Moore (2nd Royal Ulster Rifles) werd herbegraven op het stadskerkhof van Leuven. De zeven Belgische soldaten vonden op 26 juni 1940 hun laatste rustplaats op het kerkhof bij de Abdij van Vlierbeek. Op hun grafstenen vormen hun gemeenschappelijke sterfdatum 14.05.1940 en hun namen – Joris Broos, Frans-Louis Verbiest, Ferdinand Edmond Gregoire, Jan-Theofiel Aerts, Pieter-Jan Brugghemans, Andreas-Albrecht Verryt en François Van Hoof – een blijvende getuigenis aan deze oorlogsdag.7
Foto 1: Bidprentje van Theophiel Aerts. © Victor Merckx.
Foto 2: Bidprentje van Joris Broos. © www.meensel-kiezegem.be.
Op 12 mei 1968 werd er voor hen een gedenkplaat op de gevel van een huis op de kruising van de Diestsesteenweg en de Ijzerenwegstraat aangebracht, waar het in de jaren nadien moest verdwijnen voor nieuwbouw en dan verplaatst werd naar het Baron August de Becker Remyplein.8
Wil je graag de militaire fiches van de zeven jongens uit de militaire databank van het “War Heritage Institute” raadplegen9, klik dan hier.
In staat van paraatheid
Leuven werd gezien als een hoeksteen op de Dijle-stelling die de Duitse opmars definitief moest stoppen.10 Nu de Duitse troepen die 14de mei oprukten naar onze stad, waren de geallieerden dan ook van plan hevige weerstand te bieden. Het zou niet lang meer duren of de strijd om Leuven zou volledig losbarsten.
De Belgische eenheden van de 10de Infanteriedevisie, waarvan ook het 6de Regiment jagers te Voet deel uitmaakte, waren de avond voordien begonnen aan hun terugtrekking. De Britten namen de volledige sector rond Leuven nu over. Luitenant-Kolonel Adam van het 6de Regiment jagers te Voet, besloot echter af te wachten tot de avond van 14 mei alvorens het contact met de vijand af te breken en zou de ganse dag lang de Britse troepen in de omgeving van het Leuvense station bijstaan.11
De troepen stelden zich in staat van paraatheid. De Britse gemotoriseerde cavalerietroepen trokken zich in de loop van die 14de mei alvast terug zodat de bruggen konden opgeblazen worden van zodra dit nodig zou zijn.12
Foto: 14 mei 1940, Tiensesteenweg. De konvooien van de Britse gemotoriseerde cavalerie (15th/19th King's Royal Hussars) trokken zich terug op vraag van de Britse infanterie zodat de bruggen konden opgeblazen worden om de Duitse opmars te stoppen. ©Leuven weleer.
De Duitse troepen rukken op
In de namiddag van 14 mei hielden de Britten en het 6de Regiment Jagers te Voet hun adem in.
Ze kregen de melding dat de Duitse 19de Infanteriedevisie, onder leiding van Generaal-majoor Otto von Knobelsdorff, vanuit Diest over de Staatsbaan optrok naar Leuven.13
Weldra zouden de eerste Duitse troepen dus ook Vlierbeek passeren. In een poging de Duitse aanval nog tegen te houden, werd op de Diestsesteenweg – vlak bij de Abdij van Vlierbeek dus - een primitieve barricade van karren, stoelen en andere meubels van buurtbewoners opgeworpen.
Maar dit kon uiteraard niet baten. In Vlierbeek zag men de Duitse soldaten – met hun hoge laarzen en in uniformen, mooi gestreken met blinkende knopen - vanuit Diest afgemarcheerd komen. Voor de toeschouwers van Vlierbeek vormden ze een imposante stoet. Zonder dralen trokken ze verder richting Blauwput.
![]() |
|
Foto 1: De Duitse troepen rukten op vanuit Diest over de Staatsbaan richting Kessel-Lo en Leuven. © Peter Taghon.
Foto 2: In de hoop de Duitse opmars te vertragen, wierpen buurtbewoners op de Diestsesteenweg een barricade op. © Peter Taghon.
Foto 3: De Duitse troepen bereikten Kessel-Lo op 14 mei 1940. © Peter Taghon.
Foto 4: De Duitse troepen bereikten Kessel-Lo op 14 mei 1940. © Peter Taghon.
Foto 5: De Duitse troepen rukten op naar de stationsbuurt. Weldra weerklonken er de eerste salvo's. © Peter Taghon.
Foto 6: Generaal-majoor Otto von Knobelsdorff.
De bruggen worden opgeblazen
Vanaf 16u30 weerklonken vervolgens de eerste salvo’s in de stationsbuurt. In de hoop de opmars van de Duitsers te vertragen, vernielde de Britse genie tussen 17u00 en 18u00 de bruggen van de Tiensesteenweg en de Diestsesteenweg. De strijd om Leuven barstte los.14
![]() |
![]() |
|
![]() |
Foto 1 (links boven): Een Britse soldaat blaast op 14 mei 1940 de brug aan de Tiensesteenweg op. © Foto Imperial War Museum London.
Foto 2 (rechts boven): De vernielde brug aan de Tiensesteenweg. Het huis met de Martini reclame stond op het kruispunt van de Tiensesteenweg met de Martelarenlaan. © Foto Walter Van Opstal.
Foto 3 (links onder): De spoorbrug beneden aan de Brugberg werd op 14 mei 1940 vernield door de Britse genietroepen, in de hoop de Duitse opmars te stuiten. Zicht van aan de Dietsepoort. © Foto Walter Van Opstal.
Foto 4 (rechts onder): De opgeblazen brug aan de Brugberg, Diestsesteenweg. © Foto Walter Van Opstal.
De strijd om Leuven barst los
De Duitse infanterietroepen konden rekenen op de steun van de Duitse luchtmacht bij hun aanval. Maar ook de Duitse en de Britse artillerie mengden zich die dag in de gevechten. De Abdij van Vlierbeek bevond zich op een steenworp van beide stellingen. De Duitse artillerie was immers opgesteld ten oosten van Leuven, meer bepaald in Korbeek-Lo en Lovenjoel. De Engelse artillerie was ten westen van de stad opgesteld met onder meer schootsstellingen tussen Veltem en Bertem. Een meerdaags duel tussen deze vijandelijke artillerie-eenheden ging van start.15
Onderluitenant Auguste Catoire
In Blauwput raakte de 7de Compagnie van het 6de Regiment jagers te Voet rond 18u slaags met de oprukkende Duitsers, die op hen vuurden van tussen de huizen op de Diestsesteenweg. Pelotonscommandant Onderluitenant Auguste Alfred Catoire werd dodelijk getroffen wanneer de vijand zijn meest vooruitgeschoven weerstandsnest bestormt. Zijn manschappen verlieten daarop hun posities, maar zijn compagniecommandant Luitenant A. Rose hergroepeerde het vluchtende peloton en voerde een tegenaanval uit, met vuursteun van de Britten. Luitenant A. Rose kon met deze actie de achterste twee weerstandsnesten van het peloton Catoire opnieuw bezetten. Rond 20u45 was de spoorbundel te Blauwput daardoor weer in geallieerde handen. Vanaf 21u00 verbraken de Belgen het contact om zich definitief terug te trekken.16 Het lot van Kessel-Lo en Leuven lag nu volledig in handen van de Britten.
Onderluitenant Auguste Alfred Catoire werd, net zoals de zeven jongens van het ongeluk met de Latil artillerietrekker, kort na de feiten begraven in een massagraf op de Brugberg (Diestsesteenweg). Nadien werd ook hij onder leiding van benedictijnenmonnik Joseph Kreps op 26 juni 1940 overgebracht naar het kerkhof bij de Abdij van Vlierbeek, vandaar dat we hier graag even verder op hem in gaan en hem een laatste eerbetoon willen betuigen.
Op 23 juli 1940 werd hij vervolgens overgebracht naar het kerkhof van Braine-le-Comte (’s Gravenbrakel) - in de provincie Henegouwen – waar hij werd bijgezet in het familiegraf van zijn schoonouders (Armand Dessart en Marie Anne Bouffiaux). Auguste werd op 13 november 1913 geboren in Gilly, bij Charlerloi. Voor de oorlog was hij onderwijzer in de lagere school van de gemeente Spiere (nu Spiere-Helkijn). Hij stierf op zesentwintig jarige leeftijd en liet zijn vrouw Madeleine Dessart en hun pasgeboren dochtertje Marie Claire – geboren op 15 december 1939 - na. Het meisje kreeg na deze 14de mei 1940 nooit meer de kans haar vader te leren kennen…17
Foto 1: Auguste Alfred Catoire. © Fabrice Pollet.
Foto 2: Auguste Alfred Catoire bij het kraambed van zijn vrouw Madeleine Dessart en hun pasgeboren dochtertje Marie Claire Catoire. © Fabrice Pollet.
Foto 3: Huwelijksfoto van Auguste Alfred Catoire en Madeleine Dessart. Zij huwden op 30 december 1935. © Fabrice Pollet.
De militaire fiche van Auguste Alfred Catoire kan je hier raadplegen.
Niet zonder slag of stoot
Dat de inname van Leuven zeker niet zonder slag of stoot verliep en ook voor het Duitse leger een beproeving bleek, kunnen we lezen in de archieven van de Duitse 19de Infanteriedevisie. Op datum van 14 mei 1940 noteerden zij: “Die 19. Division meldete am 14.5. abends: um 22.15 Uhr: “I.R. 74 rechts, I.R. 59 links am Ostrand Löwen, Feindwiderstand. Dyle-Brücken gesprengt. Einnahme Löwen fraglich.”, um 22.30 Uhr: “Angriff eingestellt wegen Dunkelheit. Lebhaftes Artilleriefeuer aus westlicher Richtung, mindestens 3 Batterien. Division schließt auf. Tatsächlich sind am 14.5. an der Dyle lediglich bewegliche Vorsauskräfte eingetroffen. Die Masse der Division – sehr stark ermüdet – erreichte den Abschnitt erst am 15.5 abends.”18
Wil je graag onze bronnen bij deze websitepagina raadplegen, klik dan hier.
Lees je graag wat meer over het historisch onderzoek van de Heemkundige Kring Vlierbeek vzw naar Auguste Alfred Catoire, klik dan hier.
Voor wie zich verder een beeld wil vormen van de val van Leuven, verwijzen we graag naar de docufilm “De slag om Leuven” van Fonk VZW. Aan de hand van authentiek historisch beeldmateriaal van onder meer de Diestsesteenweg toont deze docufilm het relaas van de gebeurtenissen in Kessel-Lo en Leuven. De DVD is onder meer te koop via http://www.daltonshop.be/
© Heemkundige Kring Vlierbeek vzw.